Design & Engineer
Standaard software
Home > Energietransitie vraagt om een kijkje in de ondergrond
gepubliceerd op 11 December
Met de restwarmte van alle datacentra in Amsterdam Zuidoost zouden 200.000 nieuwe woningen verwarmd kunnen worden. In de zomer hebben we die warmte niet nodig en zouden we de restwarmte willen opslaan om ’s winters te gebruiken. Hoe doe je dat? De ondergrond biedt een uitkomst: de bodem onder onze voeten is opgebouwd uit verschillende lagen, en een deel daarvan is geschikt om warm water in op te slaan. ’s Winters pompen we dat dan weer omhoog. Sogelink visualiseerde in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de voor open bodemenergiesystemen (OBES) geschikte lagen in de ondergrond op een nieuwe manier. De inzichten die dat opleverde leidden direct tot aanpassing van het ‘Masterplan Bodemenergie Amstel III en ArenAPoort’ van de gemeente Amsterdam.
Voor open bodemenergiesystemen (OBES) hebben we in de ondergrond een bepaald soort zandlaag nodig. Maar waar en hoe diep zit die dan precies? De Geologische Dienst Nederland (TNO) heeft op basis van al hun gegevens en kennis ondergrondmodellen gegenereerd die de meest waarschijnlijke samenstelling van de ondergrond weergeven. Sinds 1 januari 2020 zijn die opgenomen in de Basisregistratie Ondergrond (BRO).
Ondergrondmodel REGIS II is opgebouwd uit verschillende geohydrologische eenheden. De indeling daarvan is zo gekozen, dat de ondergrond binnen zo’n eenheid dezelfde eigenschappen heeft. In het model is onder andere opgenomen welke mate van doorlatendheid de verschillende lagen in de ondergrond hebben. Die informatie is cruciaal voor de aanleg van open bodemenergiesystemen.
De samenstelling van de ondergrond tussen 60 en 200 meter diepte bleek veel variabeler dan gedacht; eigenlijk is de opbouw van de ondergrond op geen enkele plek precies hetzelfde. Door dat op een nieuwe manier te visualiseren, was in een oogopslag te zien dat de in de ondergrond beschikbare capaciteit voor OBES door het projectgebied heen 30% verschilt. Bovendien bleek het geschikte zandpakket gedeeltelijk door een kleihoudende laag in tweeën te worden gedeeld.
Met deze kennis kun je bepalen hoe de voor OBES aanwezige capaciteit in de ondergrond het best kan worden benut. De systemen kunnen nu efficiënter worden aangelegd en op elkaar worden afgestemd, waardoor de woningen uiteindelijk over meer bodemenergie kunnen beschikken. Zo dragen ondergrondvisualisaties een steentje bij aan de energietransitie.
Sogelinkn maakte in opdracht van de Gemeente Amsterdam een storymap, waarin alle facetten van deze casus toegankelijk worden uitgelegd en geïllustreerd. Op de Esri User Conference 2020 werd deze storymap bekroond met een Esri-award voor beste 3D Map.
Neem gerust contact met ons op.
Peter de Graaf is onze expert op dit gebied.
published on 14 July
published on 14 July
published on 2 July
published on 25 June
published on 13 May